IJslanders voor dummies

'Rijd je dressuur? Of spring je? O, geen van tweeën. Maar wat doe je dan met je paard?'

Bovenstaande is een vraag die ik vaak krijg als ik zeg dat ik wedstrijd heb met mijn paard. Mensen denken al snel aan het 'standaard' paardrijden, springen of dressuur. En laat ik nou net niet in de 'standaard' groep vallen qua paardrijden :-D

Meestal antwoord ik maar dat ik vooral buitenrijd. Iedereen lijkt te snappen dat dat leuk is en iedereen snapt wat je dan doet. Soms zeg ik maar dat ik een soort dressuur doe. En hoewel ik dressuuroefeningen wel meeneem in de training, is dat niet onze focus.
Maar ja, wat dóé ik dan? Ik zal het hier eens uitleggen.

De IJslander is een bijzonder ras. Natuurlijk heeft elk ras wel iets bijzonders, maar de IJslander is toch wel een hele speciale variant. Elk paard kan stappen, draven en galopperen. IJslanders hebben één of twee extra gangen: tölt en telgang. Wanneer paarden alleen kunnen tölten worden ze viergangers genoemd. Een paard dat naast tölt ook telgang aanbiedt is een vijfganger. Of ze wel of niet kunnen tölten en/of telgangen is genetisch bepaald en dat is dus ook iets wat in de fokkerij erg belangrijk is.
Hnokki frá Fellskoti, gereden door Jóhann R. Skúlason. Zij
werden wereldkampioen in de töltproef in Berlijn.
Foto: Eidfaxi.is
Tölt is van nature een zeer comfortabele gang. Als ruiter zit je heerlijk stil. Ideaal dus voor het hoeden van schapen of voor lange ritten. Telgang is vooral heel snel en explosief.
Grýla is een zogenoemde vierganger, zij kan alleen maar tölten.

De extra gangen maken de IJslander interessant, maar dat brengt ook wat lastige dingen met zich mee. Sommige IJslanders hebben namelijk de neiging om hun gangen een beetje 'door elkaar te gooien', vooral als ze kracht missen of té enthousiast worden. Er bestaan allerlei variaties op de gangen, hieronder schematisch weergegeven.
De mogelijke variaties van de gangen. De gewenste gangen zijn
stap (walk), draf (trot), tölt, telgang (flying pace) en galop (canter)/
Alles wat daartussen zit is ongewenst.
Bovenstaand plaatje is slechts schematisch. Uit ervaring kan ik inmiddels vertellen dat sommige Ijslanders er in slagen om drie of zelfs vier gangen door elkaar te rommelen. En ja, dat voelt écht alsof de benen in de knoop komen.

Terug naar de wedstrijden, die typisch op een ovaalbaan gereden worden. Op wedstrijd is het dus de bedoeling dat je de gangen van je paard zo goed mogelijk laat zien. Naast dat er geen gangen 'gehusseld' mogen worden, zijn er natuurlijk standaarden waaraan een goede gang voldoet. Een goede tölt is expressief, met veel actie van het voorbeen, terwijl een goede stap vloeiend en ontspannen is.

Doe ik dan helemaal geen dressuur? Jawel! In de basis is dressuur bedoeld om je paard soepel te maken. In de allerhoogste tak van dressuur komen er pas de moeilijkere dingen bij, zoals de pirouettes. In de lagere takken draait alles om gehoorzaamheid en souplesse. En laten we  dat nou net nodig hebben om onze gangen goed te kunnen rijden! 

En ik lieg ook niet over het buitenrijden. Ik beschik niet over de luxe van een rijbak of ovaalbaan. In droge periodes kan ik de wei als rijbak gebruiken, maar in natte periodes ben ik aangewezen op buitenritten. Gelukkig zijn die verschillende gangen goed te trainen buiten en is het voor zowel mij als mijn paard heerlijk uitwaaien op lange paden. Ook handig is dat Gryla bijna niks eng vind. Bijna. Behalve die gele plastic zak.

Nou, dat doe ik dus met mijn paard. Heb je vragen, stel ze gerust! Gaan wij nog even lekker een rondje rijden. Kijken wat Gryla vandaag met haar benen kan. Misschien wordt het wel trotty tölt (of in de volksmond: drölt). Of valhöpp. Maar ik hoop toch op een zalige tölt!

Reacties

Populaire posts